Crepidotus crocophyllus

Om de paar jaar bezoekt de OVMW (Oost-Vlaamse Mycologische Werkgroep) het Osbroek. Deze vereniging maakt deel uit van het KVMV (Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging), de overkoepelende organisatie voor mycologie in Vlaanderen. De inventarisatievoormiddag van 2013 had plaats op 25 mei. Enkele dagen daarvoor, op 22 mei, gingen een paar leden van de Zwamvlok, tevens ook lid van het OVMW, de wandeling voorbereiden. 

Crepidotus crocophyllus hoed Op een vermolmde en met mos overgroeide populierenstam werd een ongewoon oorzwammetje gevonden. De dikke stam ligt al geruime tijd te vergaan op de vochtige bosbodem, en is eigenlijk al in het eindstadium gekomen van ontbinding. Het is al jaren een vruchtbare voedingsbodem geweest voor talloze zwammen en slijmzwammen.
In een uitgehold deel van de stam lagen een paar beschimmelde en onherkenbare vruchtlichamen van wat eens wel een zwam moest geweest zijn. Met nog wat dieper te hurken was bovenin de holte een fris exemplaar te zien. Het vruchtlichaam had geen steel en was vastgehecht aan het substraat met een ietwat verdikte achterzijde, of eerder met een deel van de bovenzijde. De grootte, ongeveer 3 cm breed, en groeiwijze leken wat op het zeer algemeen voorkomend week oorzwammetje, maar het uitzicht was totaal verschillend.  Crepidotus crocophyllus
De bovenkant was bezet met roodbruine fluweelachtige plukjes haren en de plaatjes hadden een ongewone licht oranje tint. Bovendien was de hoedhuid niet elastisch. Dus zeker geen week oorzwammetje, maar mogelijk misschien wel één of andere variant.
Daar de uiterlijke kenmerken met geen enkele door ons gekende soort oorzwam overeenkwam was een naamgeving in het veld uitgesloten. Er werd besloten om een exemplaar mee naar huis te nemen voor microscopisch onderzoek en om nadien eventueel te drogen en te bewaren als herbariummateriaal. Omdat er niet veel stonden en met in het achterhoofd het inventarisatiebezoek van de daaropvolgende zaterdag, namen we genoegen met een wat aangevreten exemplaar, waarvan de hier afgebeelde foto's thuis werden genomen, vóór het microscopisch onderzoek.

Met de microscopische kenmerken, namelijk rondachtige sporen met fijne stekeltjes en de vorm van de cellen op de lamelsnede, in combinatie met de veldkenmerken werd enkel met de sleutels in het determinatiewerk van Egon Horak, een resultaat bereikt, nl. een als "zeldzaam" aangeduide soort oorzwammetje: Crepidotus crocophyllus.  In Band I van het Pilzcompendium van Erhard Ludwig was een afbeelding en beschrijving te vinden. Daarin wordt het vermeld als "zeldzaam in Europa", met slechts één vondst in Duitsland (in acht nemend, de uitgave van het boek in 2001).
Eenmaal een naam gevonden is het gemakkelijker om verder te zoeken. Ook op het internet is heel wat info voorhanden, o.a. dat deze soort in Noord-Amerika heel algemeen voorkomt en in Frankrijk al gevonden werd in 1999 in de streek van Poitou.

De wetenschappelijke soortnaam komt van de Griekse woorden "krokos", wat saffraan betekent en "phyllon", wat blad betekent en dus duidt op de kleur van de lamellen. 
Er is (voorlopig) nog geen Nederlandse naam. Misschien een voorstel: harig saffraanoorzwammetje.

Op een inventariatie in september 2013 werden weer een paar exemplaren gevonden. In 2014 vonden we op 20 mei weer een jong exemplaar en op 31 mei stonden er verschillende tamelijk grote exemplaren. Steeds op dezelfde boomstam. De laatste vondst was op 11 september.
Bij elke vondst is microscopisch onderzoek gedaan en zijn er foto's ter bevestiging, zowel in situ als van de microscopie. Aan de hand van deze gegevens werd bevestigd dat het om deze soort gaat. 

                                                              terug